SV | Maar het gebergte zal het uwe zijn; [en] dewijl het een woud is, zo houw het af, zo zullen zijn uitgangen de uwe zijn; want gij zult de Kanaanieten verdrijven, al hebben zij ijzeren wagens, al zijn zij sterk. |
WLC | כִּ֣י הַ֤ר יִֽהְיֶה־לָּךְ֙ כִּֽי־יַ֣עַר ה֔וּא וּבֵ֣רֵאתֹ֔ו וְהָיָ֥ה לְךָ֖ תֹּֽצְאֹתָ֑יו כִּֽי־תֹורִ֣ישׁ אֶת־הַֽכְּנַעֲנִ֗י כִּ֣י רֶ֤כֶב בַּרְזֶל֙ לֹ֔ו כִּ֥י חָזָ֖ק הֽוּא׃ פ |
Trans. | kî har yihəyeh-llāḵə kî-ya‘ar hû’ ûḇērē’ṯwō wəhāyâ ləḵā tōṣə’ōṯāyw kî-ṯwōrîš ’eṯ-hakəna‘ănî kî reḵeḇ barəzel lwō kî ḥāzāq hû’: |
Maar het gebergte zal het uwe zijn; [en] dewijl het een woud is, zo houw het af, zo zullen zijn uitgangen de uwe zijn; want gij zult de Kanaänieten verdrijven, al hebben zij ijzeren wagens, al zijn zij sterk.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
Maar het gebergte zal het uwe zijn; [en] dewijl het een woud is, zo houw het af, zo zullen zijn uitgangen de uwe zijn; want gij zult de Kanaanieten verdrijven, al hebben zij ijzeren wagens, al zijn zij sterk.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!